Hoe werkt een warmtepomp?

Een warmtepomp werkt op basis van een gesloten systeem waarin koudemiddel circuleert. Het verwarmingsproces van een warmtepomp kan worden onderverdeeld in vier belangrijke stappen: verdamping, compressie, condensatie en expansie.

Verdamping:
Het proces begint wanneer de warmtepomp warmte uit een natuurlijke bron haalt, zoals de buitenlucht, de grond of het grondwater. Dit gebeurt via de verdamper, die zich buiten bevindt. Het koudemiddel, een speciaal gekozen vloeistof met een laag kookpunt, circuleert door de verdamperleidingen. De warmte van de bron wordt overgedragen aan het koudemiddel, dat hierdoor verdampt en gasvormig wordt.

Compressie:
Het gasvormige koudemiddel met de opgenomen warmte wordt naar de compressor geleid. De compressor is het hart van de warmtepomp en verhoogt de druk van het koudemiddel. Hierdoor stijgt de temperatuur van het koudemiddel aanzienlijk. Het koudemiddel verlaat de compressor als een heet, samengeperst gas.

Condensatie:
Het hete, samengeperste gasvormige koudemiddel stroomt nu naar de condensor, die zich meestal binnen in de woning bevindt. In de condensor geeft het koudemiddel de opgenomen warmte af aan de binnenruimte die verwarmd moet worden. Hierdoor koelt het koudemiddel af en verandert het weer in een vloeistof. De vrijgekomen warmte wordt verspreid door middel van convectie en straling, waardoor de temperatuur in de ruimte stijgt.

Expansie:
Het vloeibare koudemiddel stroomt nu naar het expansieventiel, waar de druk wordt verlaagd. Dit zorgt ervoor dat het koudemiddel afkoelt en klaar is om opnieuw warmte op te nemen in de verdamper. Het proces begint opnieuw en gaat door zolang de warmtepomp in bedrijf is.

Extra functie van een warmtepomp:
Een warmtepomp kan niet alleen warmte leveren, maar ook koeling bieden. Door simpelweg het verwarmingsproces om te keren, kan een warmtepomp warmte uit de binnenruimte halen en naar buiten afvoeren. Hierdoor wordt de binnenruimte gekoeld. Dit proces staat bekend als omgekeerde werking of omgekeerde cyclus.